Geschiedenis
Geschiedenis Hervormde Gemeente te Dinteloord
J.P.Prince.
"Ende geconsideert te werden staet dat sijne Majesteyt nogh aan Princelandt in cortte jaeren sal bedijcken in eenen vaste winterdijk ettelycke duysent gemeten waer de Kerk wel behoort geproportioneert te worden, also de selve landen oock met opgesetenen moeten worden versien".
"Ende dat verscheyde Leveranciers van materialen ende Werkbasen ten lasten van deselve penningen te pretenderen hebben, dat oock de voorsiene kerke niet en can voltrocken en tot oefeningen van de Godtsdienst bequaem gemaeckt werden bij gebreck van meerder penningen."
- "Hier leydt begrave......Etta Schouhamer.....huysvrouwe van Wouter.....Ghtenburgh gestorven 16 meert..99 oudt 71 jaeren." Het wapen was gevuld met cement.
- Wapen a.v. "Den 15 april 1693 heeft (de heer) Michiel Schouhamer stadhouder, schepen en geswooren heemraedt in Prinsenlant geleyt den eersten steen van deze Kerk, is gestorven in .....rt op den 8 oktober 1708 en hier begraven den 13 oktober out 67 jaeren 5 maanden."
- "Hier leyt begraven Adriaen van der Sanden en is gestorven den 24 november 1723 in sijn leven geswooren van den out....".
- "Rustplaats van den Weleerw heer J.Steenbakker geboren te Middelburg 3 januari 1740 overleden te Prinsenland 31 july 1830 in den ouderdom van 90 jaeren en maanden, die na 60 jaeren en 6 gemeenten waarvan hij ruim 28 jaeren te Prinsenland het evangelie verkondigd heeft en als rustend leeraar in de zalige rust is ingegaan. Hij was vader en vriend zijner gemeente geacht en bemind."
"Anthony van der Velden en Catijna Cuylhoven is in den Egten staet getreden op woensdag den 16 julus te Rotterdam 1710. Antony van der Velden 20 jaeren en 3 maanden en 7 dagen out synde, Catrijna Cuylhoven sijn huisvrouw 20 jaeren en 4 maanden en 6 dagen out synde.
Het wapen boven de voordeur van de kerk
Zoals al eerder vermeld was, aangezien koning-stadhouder Willem III het collatierecht van Dinteloord en Prinsenland bezat, is de kerk zoals ook op andere plaatsen wel gebruikelijk was getypeerd met het persoonlijk wapen van de vorst. Hier mogen wij uit opmaken dat hij als vorst collator was en niet als stadhouder omdat hij anders een ander wapen zou hebben gebruikt.
Het spreekt vanzelf dat aan de afbeeldingen die wij daarop terug vinden een betekenis is verbonden. Het geheel vormt het wapen van het Verenigd Koninkrijk (Groot Brittanië) tijdens het bewind van Willem III gehuwd met Mary Stuart. Ten teken van het koningschap van deze Nassau vorst is op het midden van het gebruikelijke wapen het schild (e) gelegd van Nassau. De delen (a) duiden op Frankrijk en de (Engelse) vorstelijke pretenties over Normandië en Bretagne. De delen (b) dragen het wapen van Engeland. A en B samen vormden van 1405-1603 het gehele koninklijke wapen van Engeland. Van 1603-1688 kwamen de delen (c) en (d) erbij. Respectievelijk de wapens van Schotland en Ierland.
Rondom het schild is aangebracht het lint van de Orde van de Kousenband (the Garter) (f). Deze luidt: "Honni Soit Qui Mal Y Pence" wat betekent: wee hem die er kwaad van denkt. Dit alles rust op een console in Louis IV stijl met cartouche waarin anno 1693 staat [11].
Het Orgel
Het Orgel dat vroeger een ruime opstelling had aan de overzijde, is nu als het ware in een te kleine ruimte geperst. Dit is meer in overeenstemming met de visie die men in bepaalde kring op de te verwachten liturgische ontwikkelingen had kort na de oorlog. Het werd in 1950 opgeleverd door de firma Flentrop uit Zaandam en ingespeeld door de adviseurs Dolf Hendrikse en Lambert Erne. De eerste organisten waren de heer Antoon Vogelaar en de heer P.J. Prince (zie voor meer details van dit orgel de orgelpagina).
Met dank aan de heer T.L. Korporaal, Provinciale Kerkvergadering te Eindhoven en de heer H. van As, Steenbergen